Inleiding: mag je deze goederen samen vervoeren?
Gevaarlijke goederen (DG) samen vervoeren met niet-gevaarlijke producten in één container is wettelijk toegestaan – maar alleen onder streng gecontroleerde voorwaarden. Veel logistieke teams kiezen hiervoor om kosten te besparen of de container zo efficiënt mogelijk te benutten. Toch brengt het combineren van deze typen lading aanzienlijke veiligheidsrisico’s met zich mee als het niet goed wordt aangepakt.
Om te voldoen aan de internationale wetgeving moet je je lading zorgvuldig plannen, incompatibele stoffen scheiden volgens officiële scheidingstabellen, en alles precies documenteren. Conformiteit is geen keuze – het is een wettelijke en operationele vereiste. Een fout kan leiden tot chemische reacties, schade aan de container of blootstelling aan gevaarlijke dampen.
Iedereen die betrokken is – of het nu gaat om laden, aanbieden voor transport of verplaatsen – moet een erkende opleiding volgen en gecertificeerd zijn volgens de toepasselijke transportvoorschriften. Voor zeevervoer valt dit onder de IMDG-code, die de opleidingseisen uiteenzet in hoofdstuk 1.3.
Wat valt onder ‘gevaarlijke goederen’?
Gevaarlijke goederen zijn stoffen of materialen die tijdens transport de gezondheid, veiligheid, infrastructuur of het milieu in gevaar kunnen brengen. De Verenigde Naties hebben deze stoffen ingedeeld in negen gevarenklassen, zoals explosieven, brandbare gassen, bijtende stoffen en radioactieve materialen. Deze indeling is wettelijk verplicht volgens de IMDG-code en wordt ook gevolgd in het weg- en spoorvervoer (ADR en RID).
Elke gevaarlijke stof krijgt een UN-nummer en wordt ingedeeld in een verpakkingsgroep op basis van het risiconiveau. Die indeling bepaalt of de stof samen met niet-gevaarlijke goederen in een container mag worden vervoerd – en onder welke voorwaarden.
Zelfs alledaagse producten zoals nagellakremover (UN 1993) of bleekmiddel (UN 1791) vallen onder de regelgeving als ze in grote hoeveelheden worden verzonden. Andere, zoals lithium-ion batterijen (UN 3480 of UN 3481), zijn streng gereguleerd vanwege hun ontvlambaarheid en risico op zelfontbranding. Een verkeerde classificatie – bijvoorbeeld door het risico te onderschatten of labels weg te laten – kan leiden tot zware boetes en gevaarlijke situaties.
De juiste classificatie is geen formaliteit – het is de basis voor alle verdere transportbeslissingen, van opslag tot noodprocedures.
Begrip van gevarenklasse en verpakkingsgroep
Elke gevaarlijke stof wordt ingedeeld op basis van twee kerngegevens: de gevarenklasse en de verpakkingsgroep. De gevarenklasse, bepaald door de VN, geeft aan wat het belangrijkste risico is – zoals brandbaarheid (klasse 3), giftigheid (klasse 6) of reactieve eigenschappen (klasse 5). Er zijn negen hoofdklassen en sommige stoffen hebben bijkomende risico’s waarvoor extra labels nodig zijn.
De verpakkingsgroep geeft aan hoe groot het risico binnen de klasse is: groep I staat voor hoog gevaar, groep II voor matig gevaar, en groep III voor een lager risico. Deze groepen bepalen hoe je een stof moet verpakken en waar je die in de container mag plaatsen.
Deze indelingen zijn geen details – ze beïnvloeden direct hoe je goederen samen mag laden. Een brandbare vloeistof zoals tolueen (klasse 3, groep II) mag bijvoorbeeld niet in de buurt van voedsel of stoffen met een lage ontbrandingstemperatuur worden geplaatst. Wie deze regels negeert, riskeert chemische reacties, bederf of brand tijdens het transport.
Voor je een gemengde lading samenstelt, moeten logistieke teams zowel de gevarenklasse als de verpakkingsgroep van elk item controleren en deze vergelijken met de compatibiliteitstabellen in de IMDG-code. Dit is essentieel – niet alleen voor de veiligheid, maar ook om wereldwijd aan de wettelijke eisen te voldoen.
Wat zijn de risico’s van het combineren van gevaarlijke en gewone goederen?
Gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen samen in één container laden kan grote risico’s opleveren als je de compatibiliteit niet zorgvuldig controleert. Sommige stoffen kunnen met elkaar reageren en brand, giftige dampen of zelfs explosies veroorzaken. Bijvoorbeeld: brandbare vloeistoffen die in de buurt van oxiderende stoffen worden geplaatst, kunnen spontaan ontbranden onder bepaalde omstandigheden. Lekkages van onverenigbare stoffen kunnen ook andere producten aantasten of voedsel vervuilen, met gezondheidsrisico’s en financiële schade tot gevolg.
De gevolgen blijven niet altijd beperkt tot één container. In ernstige gevallen kan een incident de bemanning in gevaar brengen, andere containers beschadigen of het milieu vervuilen. Zelfs als goederen fysiek gescheiden zijn door een wand of barrière, blijven sommige combinaties verboden volgens de IMDG-code vanwege dampoverdracht of reactiegevaar.
Naast de veiligheidsrisico’s zijn er ook juridische gevolgen. Overtredingen kunnen leiden tot hoge boetes of het weigeren van de zending. Uit cijfers van de Europese chemiekoepel CEFIC en diverse havens in Noord-Europa blijkt dat veel fouten ontstaan door verkeerde classificatie, gebrekkige laadplanning of het negeren van scheidingsregels.
Om dit te voorkomen, moeten logistieke professionals gemengde ladingen met net zoveel zorg behandelen als volledig gevaarlijke ladingen. Compatibiliteit moet per UN-nummer worden gecontroleerd – niet alleen op basis van de gevarenklasse.
Welke regels gelden voor gemengde ladingen in containers?
Er zijn strikte internationale en nationale regels voor het samenladen van gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen. Op zee geldt de IMDG-code als wereldwijde standaard. Voor vervoer over land gelden de ADR-regels voor de weg en de RID-regels voor het spoor. In Canada komt daar nog het TDG-reglement bij, met name Bijlage 1 en 2 voor compatibiliteit en documentatie.
Deze regels bepalen hoe je stoffen moet classificeren, etiketteren, documenteren – en vooral: hoe je ze moet scheiden. Scheidingseisen zorgen ervoor dat onverenigbare stoffen niet met elkaar in contact komen, of dat nu via direct contact is, dampoverdracht of gezamenlijke opslag.
Belangrijke hulpmiddelen binnen deze regelgeving:
- Scheidingscodes (S-codes): geven aan of stoffen gescheiden moeten worden door afstand, fysieke barrières of afzonderlijke containers.
- Plaatsingscategorieën: bepalen waar in de container bepaalde gevaarlijke stoffen moeten worden geplaatst (bijv. ver van de deuren of onder een bepaalde hoogte).
- Uitzonderingen en speciale bepalingen: in strikt omschreven situaties kunnen autoriteiten toestaan dat bepaalde stoffen samen worden geladen, mits extra veiligheidsmaatregelen worden genomen.
Voor elke gemengde lading moeten de UN-nummers, gevarenklassen en verpakkingsgroepen worden gecheckt volgens de geldende scheidingsregels. Op het vervoersdocument moeten de juiste volgorde en benamingen worden aangehouden: officiële verzendnaam, UN-nummer, gevarenklasse en verpakkingsgroep. Afwijkingen kunnen leiden tot afkeuring of vertraging.
Hoe plan je een container: scheiding en compatibiliteit
Voordat je een gemengde lading inlaadt, moet je een nauwkeurige compatibiliteitscontrole uitvoeren – dit is verplicht. Begin met het controleren van de veiligheidsinformatiebladen (MSDS) van elk product. Check vervolgens de UN-nummers, gevarenklassen en verpakkingsgroepen. Die gegevens bepalen of twee stoffen samen vervoerd mogen worden.
Professionele planners gebruiken de IMDG-scheidingslijsten of digitale tools zoals Hazcheck om producten te vergelijken. Deze hulpmiddelen geven aan of er scheiding nodig is, ventilatie vereist is of volledige isolatie nodig is. Je moet zowel chemische als fysieke compatibiliteit beoordelen – sommige stoffen reageren al op dampen zonder direct contact.
Waarop letten bij het plannen van je lading:
- Verticale scheiding: Alleen als de regels het toelaten mag je niet-gevaarlijke goederen bovenop gevaarlijke goederen stapelen. Sommige stoffen mogen absoluut niet boven of onder andere worden geplaatst vanwege het risico op lekkage of dampontwikkeling.
- Horizontale scheiding: Onverenigbare stoffen moeten altijd gescheiden blijven met stevige barrières.
- Ventilatie: Bepaalde stoffen – vooral gassen en vluchtige vloeistoffen – moeten zó worden geladen dat lucht vrij kan circuleren en drukopbouw wordt voorkomen.
Een veelgemaakte fout is ervan uitgaan dat een product veilig is omdat het er onschuldig uitziet of vaak wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: schoonmaakmiddelen of nagellakremover lijken onschuldig, maar vallen vaak onder klasse 8 (bijtend) of klasse 3 (brandbaar) en moeten strikt worden geïsoleerd van plastic, voedsel of andere brandbare goederen.
Gebruik altijd betrouwbare bronnen zoals IMDG Tabel A of geverifieerde digitale tools die de laatste regels volgen. Deze controles zijn essentieel voor je douanepapieren en de geldigheid van je verzekering.
Risico’s rond temperatuur en ventilatie bij bepaalde gevaarlijke stoffen
Sommige gevaarlijke goederen reageren onvoorspelbaar op hitte of gebrek aan ventilatie. Organische peroxiden (klasse 5.2), brandbare gassen (klasse 2.1) en zelf-reactieve stoffen kunnen instabiel worden als ze worden blootgesteld aan hoge temperaturen of zonder luchtcirculatie worden opgeslagen. Dit gebeurt regelmatig bij internationaal vervoer, vooral in warme streken of drukke havens.
In containerdepots bij havens zoals Vancouver of Los Angeles kan de temperatuur in een container in de zomer oplopen tot boven de 50 °C. In containers zonder goede ventilatie zorgt deze hitte voor snellere afbraak van stoffen en drukopbouw. Voor stoffen zoals dicumylperoxide (UN 3110) of isobutaan (UN 1969) betekent dit een veel groter risico op lekkage, brand of explosie.
Voor je begint met laden, controleer altijd de temperatuurlimieten en ventilatie-eisen in het veiligheidsinformatieblad van het product. Sommige stoffen moeten onder een bepaalde temperatuur blijven of vragen om actieve of passieve ventilatiesystemen. Alleen vertrouwen op natuurlijke ventilatie is meestal niet genoeg in risicovolle omstandigheden.
Een goede laadplanning gaat verder dan papierwerk: het betekent vooruitdenken over het thermisch en chemisch gedrag van je goederen tijdens de hele reis. Als ventilatie vereist is, zorg dan voor roosters in de container of boek een geventileerde of gekoelde container. In sommige gevallen is temperatuurgecontroleerd vervoer zelfs verplicht, ook voor korte afstanden.
Correct verpakken, blokkeren en vastzetten van de lading
Zodra je hebt vastgesteld dat de goederen samen vervoerd mogen worden, komt de volgende belangrijke stap: het fysiek vastzetten van de lading. Gevaarlijke stoffen moeten zo worden verpakt dat ze bestand zijn tegen schokken, trillingen en plotselinge bewegingen tijdens transport. Slecht vastgezette goederen kunnen verschuiven, verpakkingen beschadigen of zelfs een container doen breken, wat kleine problemen in grote gevaren kan veranderen.
Gebruik materialen die niet reageren
Bij het scheiden van gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen moet je altijd gebruik maken van niet-reactieve materialen. In de praktijk gebruikt men vaak houten balken van ongeveer 10×10 cm om een stevige blokkering te maken die verschuiven voorkomt. Schuimblokken of luchtkussens kunnen flexibel worden ingezet, maar moeten chemisch compatibel zijn met de lading. Voor vloeistoffen of poeders zijn beschermfolies of lekbakken essentieel om lekkage op te vangen.
Houd rekening met laadvolgorde en toegang bij noodgevallen
Zware goederen moeten onderin de container geplaatst worden om stabiliteit te garanderen. Gevaarlijke stoffen die een risico vormen bij inademing of brand, worden vaak dicht bij de deuren geladen. Dit is geen toeval: het zorgt ervoor dat hulpdiensten of inspecteurs er snel bij kunnen, zonder de hele container leeg te halen. Dit is ook de aanbevolen praktijk volgens de IMDG-code.
Laat ruimte tussen goederen – ook met barrières
Als je zachte of halfflexibele scheidingsmaterialen gebruikt, zorg dan altijd voor een tussenruimte van 2 tot 5 cm tussen incompatibele stoffen. Zo voorkom je wrijving, drukschade of onbedoeld contact tijdens vervoer. Zelfs kleine schokken door transport kunnen tot gevaarlijke reacties leiden als goederen verkeerd zijn verpakt.
Controleer gewicht en balans van de container
Een evenwichtige verdeling van het gewicht is niet alleen verstandig – het is wettelijk verplicht. Overbelading of een ongelijk verdeelde lading kan de structuur van de container aantasten of leiden tot kantelen. Controleer altijd het maximale laadvermogen op de CSC-plaat van de container en stapel zware, incompatibele goederen nooit bovenin.
Elke stap in het vastzetten van de lading moet worden gedocumenteerd, en waar nodig gecontroleerd worden door een gecertificeerde Dangerous Goods Safety Adviser (DGSA) of getraind personeel. Goed vastgezette lading voorkomt niet alleen ongelukken, maar ook vertragingen, schadeclaims en afkeuring op de terminal.
Documentatie en etikettering: wat is verplicht?
Hoe goed je lading ook verpakt is, zonder de juiste documenten is je zending niet in orde. Documentatie is net zo belangrijk als de fysieke opslag – zeker als gevaarlijke en gewone goederen samen in één container zitten.
Zorg voor alle vereiste documenten in het juiste formaat
Voor het laden moeten verladers een aantal cruciale documenten opstellen. De Dangerous Goods Declaration (DGD) bevestigt de classificatie, verpakking en behandeling van de gevaarlijke goederen en moet ondertekend zijn door een getraind en gecertificeerd persoon. Het Container Packing Certificate (CPC) bevestigt dat de container is geladen volgens de geldende veiligheidsvoorschriften en scheidingsregels.
Voor elk gevaarlijk goed is een veiligheidsinformatieblad (MSDS) vereist, waarin de risico’s, omgang en noodmaatregelen worden toegelicht. Daarnaast is een gedetailleerd laadplan nodig waarin staat waar elk item is geplaatst – vooral de gevaarlijke stoffen – voor inspectie en veiligheid.
Bij alle zendingen met gevaarlijke stoffen moet het transportdocument een 24-uurs noodnummer bevatten. Dit is verplicht volgens de IMDG-code, zodat hulpdiensten bij een incident snel toegang hebben tot de juiste informatie.
Gebruik duurzame en conforme labels en gevarenborden
Etikettering is geen formaliteit – het is wettelijk verplicht. Containers met gevaarlijke goederen moeten voorzien zijn van gevarenlabels en borden volgens de IMDG-code, die duidelijk aangeven welke stoffen aanwezig zijn. Deze labels moeten op de deuren van de container én op elke individuele verpakking zitten.
Om geldig te zijn, moet elk label minstens 100 x 100 mm groot zijn, de juiste kleur en symbolen hebben en weerbestendig zijn. Labels die vervagen, loslaten of onleesbaar worden, kunnen leiden tot vertraging of afwijzing van de container. Regelmatige controle en goed gekozen lijm zijn cruciaal.
De IMDG-code eist ook dat het UN-nummer en de officiële verzendnaam duidelijk vermeld worden op de verpakking én in de documentatie. Zo zorg je dat iedereen in de keten – van douane tot vervoerder tot hulpdiensten – precies weet wat er vervoerd wordt.
Nauwkeurige documentatie en duidelijke etikettering zijn geen ‘afvinklijst’ – ze zijn een wettelijke én morele verplichting. Fouten kunnen leiden tot vertragingen, boetes en gevaarlijke situaties. Controleer daarom alles dubbel, en raadpleeg bij twijfel je DGSA.
Best practices uit de logistieke praktijk
Gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen in één container vervoeren vraagt meer dan het volgen van de regels. Het vraagt om ervaring, discipline en praktische kennis. De beste logistieke teams gebruiken beproefde werkwijzen om vertragingen, afkeuringen of incidenten te voorkomen.
Plan met digitale tools – niet op gevoel
Een goed laadplan begint ruim voor het laden. Professionals gebruiken planningssoftware met real-time compatibiliteitscontroles op basis van de nieuwste IMDG-, ADR- en RID-regels. Deze tools waarschuwen direct bij conflicten tussen stoffen en stellen veilige indelingen voor. Oplossingen zoals Hazcheck Workbench en laadsimulatiesoftware maken het mogelijk om virtueel te testen voor je echt gaat laden – dat beperkt risico’s aanzienlijk.
Betrek DG-experts vanaf het begin
Ervaren verladers schakelen hun DGSA al in bij de planning, niet pas als er problemen ontstaan. Pre-audits uitgevoerd door gecertificeerde specialisten helpen fouten in classificatie, etikettering en laadplan op tijd te ontdekken. Vaak ondertekenen zij ook de DGD en valideren ze het laadplan als onderdeel van de verplichte controleketen.
Zorg voor training én kies ervaren vervoerders
Training is verplicht. Iedereen die betrokken is bij het voorbereiden, behandelen of vervoeren van gevaarlijke stoffen – van magazijnmedewerkers tot chauffeurs – moet een opleiding hebben gevolgd volgens de IMDG- en ADR-richtlijnen. Zonder certificaat riskeer je boetes, zelfs bij goed ingepakte lading.
Net zo belangrijk is de keuze van je partners. Werk alleen met transporteurs en logistiek dienstverleners (3PL’s) die aantoonbare ervaring hebben met gemengde gevaarlijke goederen. Hun kennis van havens, inspecties en noodprocedures voorkomt veel problemen onderweg.
Test onder realistische omstandigheden
Sommige operators voeren testladingen of simulaties uit om te zien hoe goederen zich gedragen onder druk, bij temperatuurschommelingen of op lange trajecten. Zo worden zwakke plekken in verpakking of scheiding tijdig ontdekt. Havens zoals Rotterdam en Montréal staan bekend om hun proactieve inzet van zulke tests, vaak in samenwerking met grote verladers en autoriteiten.
Door regels te combineren met praktische ervaring, zorgen logistieke teams ervoor dat zendingen veilig én volgens de internationale standaarden worden afgeleverd.
Wat je moet vermijden: veelgemaakte fouten bij gemengde ladingen
Zelfs ervaren logistieke teams kunnen fouten maken bij het combineren van gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen. In veel gemelde incidenten lag het probleem niet in het ontbreken van regels, maar in een verkeerde interpretatie of het niet consequent toepassen ervan.
Incompatibele stoffen zijn het grootste risico
Een van de meest voorkomende fouten is het naast elkaar laden van stoffen die niet samen mogen, vaak door onoplettendheid of aannames op basis van eerdere zendingen. Dat iets eerder goed is gegaan, betekent niet dat het nog steeds aan de regels voldoet. Een klassiek voorbeeld: oxidatiemiddelen naast brandbare stoffen – zelfs met een scheiding ertussen – kunnen onder hitte of beweging alsnog tot gevaarlijke reacties leiden.
Slechte containerindeling belemmert noodhulp
Een ander serieus risico is het plaatsen van gevaarlijke goederen op plekken waar ze moeilijk bereikbaar zijn bij noodgevallen. Als gevaarlijke stoffen achter gewone goederen worden geladen, kan dit cruciale tijd kosten bij een incident – of het onmogelijk maken om het gevaar snel te isoleren. Laadplannen moeten daarom altijd rekening houden met de aard van de stof en de benodigde bereikbaarheid.
Verkeerde verpakking leidt tot schade en afkeuring
Het gebruik van de verkeerde binnenverpakking – zoals een zuur in een vat dat daarop reageert, of materialen zonder UN-keurmerk – kan lekkages veroorzaken, schade aan de container en zelfs volledige afkeuring tijdens inspecties. Verpakking moet chemisch compatibel zijn én goedgekeurd volgens de IMDG- of andere relevante regelgeving.
Regels veranderen – blijf up-to-date
Veel bedrijven werken met verouderde versies van de IMDG-code. Maar die code wordt regelmatig bijgewerkt, op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en internationale aanbevelingen. Wie niet werkt met de actuele editie, mist belangrijke updates zoals nieuwe scheidingstabellen, aangepaste classificaties of speciale bepalingen.
Misverstanden rond “Limited Quantity”
De regels voor “Limited Quantity” (LQ) worden vaak verkeerd toegepast. Sommige verladers denken dat ze hierdoor volledig vrijgesteld zijn van de DG-regels, maar LQ geldt alleen onder bepaalde hoeveelheden en voor specifieke stoffen. Verkeerd gebruik of verkeerde etikettering kan leiden tot ernstige overtredingen – zelfs als de verpakking er veilig uitziet.
Een incident tijdens transport kost altijd meer dan het correct naleven van de regels. Slimme logistieke teams behandelen gevaarlijke stoffen niet als een hinderlijke last, maar als een risico dat je serieus moet beheersen.
Wie kan helpen: wanneer je een DG-expert inschakelt
Niet elk logistiek team heeft interne experts in gevaarlijke stoffen – en juist dan ontstaan de meeste fouten. Bij het plannen van gemengde ladingen met gereguleerde stoffen is externe controle geen luxe, maar noodzaak.
Weet wanneer je hulp van buitenaf moet vragen
Bij zendingen met explosieven (Class 1), brandbare gassen (Class 2.1) of giftige stoffen (Class 6.1) moet altijd een gecertificeerde Dangerous Goods Safety Adviser (DGSA) of een goedgekeurde DG-expert meekijken – tenzij jouw organisatie zelf over opgeleid personeel beschikt. Deze klassen brengen extra risico’s met zich mee en vragen om specialistische kennis die verder gaat dan basisregels.
Vervoerders en expediteurs maken deel uit van de veiligheidsketen
Betrouwbare vervoerders en expediteurs spelen ook een belangrijke adviesrol. Veel bedrijven hebben interne experts op stuwagegebied, die risicoanalyses uitvoeren die verder gaan dan alleen de IMDG-code. Hun praktijkervaring helpt vaak om compatibiliteitsproblemen vroegtijdig te signaleren – vooral bij complexe routes of overslag.
De aanpak van Pier2Pier
Bij Pier2Pier werken we direct samen met producenten, exporteurs en logistieke teams om gemengde containerladingen veilig en volgens de regels te plannen. We gebruiken de nieuwste IMDG-kennis en tools voor compatibiliteitsanalyse om risico’s te beperken en vertragingen te voorkomen. Of het nu gaat om het controleren van scheidingsregels, het nalopen van documenten of het afstemmen met havenautoriteiten – wij helpen je vanaf dag één compliant en efficiënt te blijven.
FAQ: Gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen in één container combineren
Bij het vervoeren van gemengde ladingen hebben verladers vaak dezelfde belangrijke vragen. Hieronder vind je de zeven meest gestelde vragen over het combineren van gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen in één container – te beginnen met de kernvraag van dit artikel.
Wat zijn de grootste risico’s bij het combineren van gevaarlijke en gewone goederen?
De belangrijkste risico’s zijn brand, giftige chemische reacties, explosies en drukopbouw door gassen. Onjuiste lading kan ook leiden tot boetes en reputatieschade. Raadpleeg altijd compatibiliteitstabellen en een DG-expert bij twijfel.
Hoe weet ik of twee stoffen samen vervoerd mogen worden?
Gebruik de IMDG-segregatietabel, UN-nummeropzoeking en compatibiliteitstabellen om te controleren of goederen samen vervoerd mogen worden. Tools zoals Hazcheck of nationale DG-regels geven actuele en betrouwbare richtlijnen voor veilige belading.
Welke documenten zijn verplicht bij gemengde DG- en niet-DG-lading?
Je hebt een Dangerous Goods Declaration, een Container Packing Certificate, Material Safety Data Sheets (MSDS) en een correct stuwageplan nodig. Etikettering en noodcontactgegevens moeten voldoen aan de IMDG-normen en zichtbaar op de container worden aangebracht.
Zijn er gevaarlijke stoffen die je nooit met andere mag combineren?
Ja. Sommige stoffen – zoals explosieven (Class 1) en giftige gassen (Class 2.3) – moeten strikt gescheiden worden vervoerd, zelfs met fysieke barrières. Raadpleeg altijd de IMDG-segregatiecodes om aan de wet te voldoen.
Wat is verticale vs. horizontale scheiding?
Verticale scheiding betekent dat onverenigbare stoffen boven elkaar worden gestapeld met de juiste afstand of barrière (bijvoorbeeld DG onderin). Horizontale scheiding betekent dat ze naast elkaar in dezelfde laag worden geladen, maar fysiek gescheiden blijven. Beide volgen specifieke IMDG-eisen voor veilig transport.
Wie kan ik benaderen als ik mijn laadplan niet zeker weet?
Neem contact op met een gecertificeerd DG-adviseur, expediteur of het veiligheidsteam van je vervoerder. Bij Pier2Pier helpen wij exporteurs en logistieke teams bij het plannen van veilige, conforme gemengde ladingen om risico’s en vertragingen te vermijden.
Laatste controle vóór je de deuren sluit: veilig laden van gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen
Ja, het is mogelijk om gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen samen in één container te laden – maar alleen met een goed doordacht plan. Elke stap telt. Begin met een nauwkeurige classificatie en complete documentatie. Controleer alle stoffen aan de hand van officiële compatibiliteitstabellen of gecertificeerde digitale tools. Volg de IMDG- en ADR-regels voor scheiding en gebruik verpakkingsmaterialen die bestand zijn tegen zowel fysieke belasting als chemische reacties. Label alles duidelijk en houd alle documenten klaar voor inspectie.
Dit proces beschermt niet alleen je lading – het beschermt ook je reputatie, zorgt voor naleving van de regels en – het allerbelangrijkst – houdt mensen veilig. Van lithiumbatterijen en corrosieve stoffen tot algemene handelswaar: elk item vraagt om zorg en precisie.
Twijfel je over de juiste aanpak? Raadpleeg geen gok – vraag het een expert.
Hulp nodig bij je volgende zending?
Neem contact op met Pier2Pier – onze specialisten in gevaarlijke stoffen helpen je bij het plannen van gemengde containerladingen die voldoen aan internationale regelgeving én zonder vertraging aankomen.